Haar ogen kijken dwars door me heen. Ik trek voorzichtig haar aandacht door een hartje te tekenen. Het krijt snerpt een beetje, de tekenbewegingen doen ‘plok, plok’. Langzaam opent zich haar blik en van het hartje kruipen haar ogen omhoog naar de mijne. Haar mondhoeken beginnen te krullen als ze door het glas heen mijn rode neus probeert te pakken. Tussen ons een hartje op de ruit.
Als contactclown in coronatijd speel ik veilig achter het raam met en voor mensen met dementie. Het glas zit in de weg en tóch is verbinding mogelijk.